Apollo nam een teug frisse boslucht. Een glimlach kroop over zijn gezicht. De omgeving van Olympia had echt het perfecte natuurgebied. De jonge god had hier eigenlijk niet zoveel te zoeken, maar ach, wat maakte het uit? Hij was toch onsterfelijk. Alles kon wel wachten. In de verte zag Apollo een konijntje wegschieten. Apollo schudde zijn hoofd maar bleef glimlachen. Als hij het had gewild was dat beestje nooit ontsnapt. Hij greep naar de boog die op zijn rug hing. Het was een mooi wapen. Ongeveer hetzelfde als de boog van zijn zusje Artemis. Nu hij zo over haar aan het nadenken kwam besefte hij dat het een lange tijd geleden was dat hij haar voor het laatst had gezien. Ze was de laatste tijd niet meer aanwezig geweest op de vergaderingen van de goden op de Olympus. Apollo gaf haar gelijk ook: man, wat was dát saai. Rustig liep hij verder, met een herrinering van hem en zijn zusje in zijn achterhoofd. Mooie tijden waren dat. Ze waren nog zo jong..
Een schittering in de verte deed Apollo zijn ogen iets dichtknijpen. Wat was het? Apollo's nieuwsgierigheid besloot voor hem dat hij zou gaan kijken. Hij hoefde maar een paar stappen te zetten toen hij al in de gaten had wat het was: een meertje. De gedachte aan koel water zorgde ervoor dat Apollo zin kreeg te gaan zwemmen, dus liep hij verder naar het water toe. Eenmaal aan de oever viel hem iets op. Of beter gezegd, iemand. Een halve kilometer verderop zwom een vrouw. Apollo trok een wenkbrauw op. Ja, hij was nieusgierig. Nee, het maakte hem niet uit dat ze hem zou zien. Hij was een god, hij had hier toestemming voor. Dus Apollo liep langzaam op de vrouw af. Ze had hem nog niet gezien, maar hij had haar wel kunnen bekijken. Nu hij er zo over aan het nadenken kwam.. Dat leek op.. Was dat? Nee, dat kon toch niet? Maar het was wel zo. Hij wist het zeker. In een impuls en met een speelse grijns trok Apollo zijn kleren uit, stormde op het water af en nam een grote duik. Met een paar snelle slagen was hij bij haar. "Arty!" riep hij vrolijk toen hij onder water duwde.